subspecialisaties

Welke subspecialisaties zijn er binnen de orthopedie?

In Nederland worden alle orthopedisch chirurgen breed opgeleid. Dit is zodat zij alle patiënten met aandoeningen aan het steun- en bewegingsapparaat kunnen beoordelen. In een ziekenhuis heb je meestal meerdere orthopedische chirurgen, deze chirurgen bij mekaar vormen een vakgroep.
normaal gesproken heb je binnen deze vakgroepen orthopedische chirurgen die zich in verschillende gebieden hebben gespecialiseerd. Maar als er maar weinig chirurgen in een vakgroep zitten, dan zijn ze breed opgeleid en niet gespecialiseerd in op een gebied.

De orthopedie kent de volgende gebieden of subspecialisaties:

 

 Schouder/elleboog/pols/hand

 - bijvoorbeeld een geïrriteerde slijmbeurs in de schouders, een gescheurde pees in de schouder, tenniselleboog of een beklemming van een zenuw in de pols.

 Heup

 - bijvoorbeeld een totale heupprothese, waarbij vooral het vervangen van een prothese geldt als een aparte specialisatie.

 Knie 

 - bijvoorbeeld een voorste kruisbandreconstructie of een knieprothese.

 Wervelkolom

 - bijvoorbeeld slijtageklachten of aangeboren afwijkingen als scoliose.

 Voet en enkel 

 - bijvoorbeeld vergroeiing van de grote teen of het vastzetten van het enkelgewricht.

 Traumatologie 

 - bijvoorbeeld aandoeningen/letsels die zijn ontstaan door een verkeersongeval, maar ook sportblessures.

 Kinderorthopedie 

 - dit is de enige specialisatie naar leeftijd. Het betreft bijvoorbeeld de behandeling van klompvoetjes en aangeboren heupdysplasie, en de gevolgen van spier- en stofwisselingsziekten. Deze specialisatie vindt je vooral in de grotere ziekenhuizen, maar er zijn wel kleinere ziekenhuizen die orthopedische chirurgen hebben die veel weten van de kinderorthopedie.